Evaluation of the use of doping among bodybuilders in the Netherlands [1996]

Onderzoek naar het gebruik van prestatieverhogende middelen bij bodybuilders in Nederland / A. de Boer, S.F. van Haren, F. Hartgens, D. de Boer, A.J. Porsius. - Universiteit Utrecht; i.o.v. Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo). – Rotterdam : NeCeDo, 1996

  • ISBN 908009285l

Evaluation of the use of doping among bodybuilders in the Netherlands / A. de Boer, S.F. van Haren, F. Hartgens, D. de Boer, A.J. Porsius. – Utrecht University; Netherlands Centre for Doping Affairs (NeCeDo). - Rotterdam : NeCeDo, 1996

  • ISBN 908009285l

Inhoud:

1.1 Aanleiding tot het onderzoek
1.2 Doelstelling
Methode
2,1 Studie-opzet
2,2 Plaats van uitvoering
2.3 Deelnemers
2.4 Vragenlijst
2.5 Analyse
Resultaten
3.1 Algemene karakteristieken van de deelnemers
3.2 Gewichtstraining
3.3 Androgene-anabole steroïden
3.3.I Perceptie schadelijkheid
3.3.2 Prevalentie gebruik en preparaatkeuze
3.3.3 Toepassingswijze
3,3.4 Motivatie gebruik
.3.3.5 Gewenste en ongewenst effecten
3.3.6 Herkomst en begeleiding
3.4 Andere prestatie verhogende middelen
3.5 Determinanten voor het gebruik van AAS
3.6 Risicogedrag onder gebruikers van androgene-anabole steroïden
4. Discussie
4.1 Deelnemers
4.2 Androgene-anabole steroïden
4.2.I Perceptie schadelijkheid
4.2.2 Prevalentie gebruik en preparaat keuze
4.2.3 Toepassingswijze
4.2.4 Gewenste en ongewenste effecten
4.2.5 Herkomst en begeleiding
4.3 Andere prestatie verhogende middelen
4.4 Determinanten voor het gebruik van androgene-anabole
steroïden
4.5 Risicogedrag naast het gebruik van androgene-anabole steroïden
5. Conclusie
6. Aanbevelingen

Summary:

The aim of the study described in this report was to evaluate the use and handling of doping by bodybuilders in the Netherlands. Twelve hundred questionaires were aministered to bodybuilders who visited the Dutch Championship of Bodybuilders in 1994. Twenty-four percent of the questionnaires (291 participants) were returned to the investigators with acceptable information.
The number of male and female participants was 227 (79%) and 59 (21%), respectively and the average age was 28 years (range 15 to 63). Anabolic-androgenic steroids (AAS) were ever used by 128 (44%) of the participants (female 17% and male 52%). Stratification for competitive versus recreational bodybuilders showed ever-use by 77% (female 57%, male 79%) and 37% (female 12%, male 45%), respectively. Fourty-seven different proprietary-titled AAS preparations were mentioned by the participants and, especially, male bodybuilders often switched between different compounds. Mostly, the compounds were obtained from the black market (more than 70%) and most AAS-using bodybuilders had no medical guidance (less than 30%). The average duration of regular use of AAS was 3.5 years (range 0.2 to 40 years). The doses per week for all AAS varied from 10 to 800 mg.
The route of administration was oral in 18%, parenteral in 9%, while 71% used both routes. The average duration of a course of AAS was 8.6 weeks (±2.4; range 3.5-20) and the average number of courses per year was 2.0 (±1.0; range 1.0-6.5). Fifty-seven percent reported to have ever used more then one AAS concomitantly ('stacking').
Combinations of 2, 3 and 4 AAS occurred in 49, 37, and 14%, respectively. The combination of a methandrostenolone and nandrolone preparation was reported most often. Between courses 12% reported to use AAS as maintenance therapy.
Especially, niethonolone (Primobolan®) was used for this purpose (by 73%). Part of the maintenance therapy was to overcome withdrawal symptoms (reported by 18%) after an AAS course. Six percent of the male bodybuilders reported to be addicted to AAS.
Almost 90% of the AAS-using bodybuilders reported to experience side-effects of these compounds. Most often reported were increased sexual drive (51%) and aggressiveness (47%), hypertension (21%) and fluid retention (37%). Women, especially, reported acne (50%) and increase in body hair (30%). Twenty-three percent of the male and 17% of the female participants had ever used doping other then AAS. Especially, chorionic gonadotrophin, clenbuterol, lonamin®, tamoxifen and clomiphene citrate were reported.
For a number of determinants there was a statistically significant association with the ever-use of AAS: gender (male versus female: odds ratio 5.2 with 95% confidence interval 2.5-10.8), age(> 35 versus 15-25 years: odds ratio 2.3; 1.1-4.8), motivation for bodybuilding (expansion of muscle volume versus other reasons: odds ratio 6.0; 2.3-15.9 and competitive versus recreational bodybuilding: odds ratio 5.0; 2.5-10.0). Also intensity of bodybuilding, body weight and the use of dietary supplements were strongly associated with AAS-use. Among the bodybuilders who had ever used AAS, the use of soft and hard drugs was increased compared to nonusers of steroids (odds ratio 2.0; 1;2-3.4). The odds on ever smoking among ever users of AAS was 2.0 times higher (1.3-3.3) compared to bodybuilders who never used steroids. There was no association between the use of alcohol and steroid-use (odds ratio 0.8; 0.5-1.3). The use of drug-doping other than AAS was reported 6.3 times as often (3.2-12.5) among users of MS. This risk-behavior was more pronounced among male bodybuilders.
In conclusion, although the representativeness of this study is unknown the use of doping appears to be wide spread among bodybuilders in the Netherlands. Due to the often unknown origin of the compounds, the lack of medical guidance and other risk-behavior among AAS-users, these bodybuilders have an increased risk for health problems.

Samenvatting:

In dit rapport is een onderzoek beschreven waarbij het gebruik van prestatie verhogende middelen middels een vragenlijst is geïnventariseerd bij bodybuilders in Nederland. In 1994 werden op de Nederlandse kampioenschappen bodybuilding twaalfhonderd vragenlijsten uitgedeeld aan bezoekers die aan bodybuilding deden en aan deelnemers van de wedstrijd. In totaal werden 291 vragenlijsten (24%) met bruikbare informatie geretourneerd.
Het aantal mannelijke en vrouwelijke deelnemers was respectievelijk 227 (79%) en 59 (21%) en de gemiddelde leeftijd was 28 jaar (uitersten 15 tot 63 jaar). Van de deelnemers had 44% (vrouwen 17% en mannen 52%) ooit anabole-androgene steroïden (AAS) gebruikt. Voor de bodybuilders die aan wedstrijden deelnamen was dit 77% (vrouwen 57% en mannen 79%) en voor de recreatieve bodybuilders 37% (vrouwen 12% en mannen 45%). Het aantal gebruikte merkpreparaten was 47 en met name de mannelijke bodybuilders wisselden vaak van preparaat. De preparaten kwamen meestal van de zwarte markt en er was beperkt sprake van medische begeleiding. De AAS werden vaak parenteraal toegediend, de kuurlengte was gemiddeld 8 weken en gemiddeld werden 2 kuren per jaar gebruikt. Het gelijktijdig toedienen van meerdere AAS ('stacking') kwam bij 68% van de AAS-gebruikers voor en 12% gebruikte tussen de kuren in ook nog AAS als onderhoudstherapie. Voor een deel diende het laatste ter onderdrukking van onthoudingsverschijnselen en 6% van de mannelijke AAS-gebruikende bodybuilders achtte zichzelf verslaafd aan AAS. Wedstrijdbodybuilders en vrouwen bleken voor wat betreft de genoemde factoren respectievelijk onveiliger en veiliger om te gaan met AAS.
Bijna 90% van de bodybuilders gaf aan bijwerkingen te ondervinden van het gebruik van AAS. Met name werden een verhoogde sexuele aandrang (51%) en agressiviteit (47%), hoge bloeddruk (21%) en vochtretentie (37%) genoemd. Vrouwen gaven tevens acné (50%) en toegenomen haargroei (30%) op.
Drieëntwintig procent van de mannelijke en 17% van de vrouwelijke bodybuilders hadden ooit gebruik gemaakt van andere prestatie verhogende middelen dan AAS. Met name Pregnyl®, clenbuterol, Ionamine®, Nolvadex® en Clomid® werden hierbij opgegeven. Voor een aantal factoren werd een duidelijke samenhang aangetoond met AAS gebruik. Duidelijk risicofactoren voor AAS-gebruik waren het mannelijk geslacht, oudere leeftijd, vergroting van de spiermassa als motivatie voor gewichtstraining en competitiedeelname. Ook duur en intensiteit van training, lichaamsgewicht en het gebruik van voedingssupplementen hingen sterk samen met AAS-gebruik. Ten opzichte van de bodybuilders die geen AAS gebruikten, vertoonden de mannelijke en in mindere mate de vrouwelijke AAS-gebruikende bodybuilders tevens een risicogedrag ten aanzien van het gebruik van genotmiddelen (tabak en soft en hard drugs) en andere prestatie verhogende middelen.
Alhoewel de representativiteit van deze studie onduidelijk is, is het gebruik van prestatie verhogend middelen bij bodybuilders waarschijnlijk wijd verspreid. Door de onbekende herkomst van de preparaten en het gebrek aan medische begeleiding lopen deze sporters duidelijke gezondheidsrisico's

Original document

Parameters

Education
Adolescents
Bodybuilders, Powerlifters & Gym Users
Educators
Elite Athletes
Medical Practitioners
NADO's
Science
Research / Study
Statistics
Prevalences
Testresults per sport
Date
1 January 1996
People
Boer, A. de
Boer, Douwe de
Haren, S.F. van
Hartgens, Fred
Porsius, A.J.
Original Source
Doping Authority Netherlands
Country
Netherlands
Language
Dutch
ADRV
Use / attempted use
Sport/IFs
Bodybuilding & Fitness (IFBB) - International Federation of Bodybuilding & Fitness
Other organisations
Dopingautoriteit - Anti-Doping Authority Netherlands (ADAN)
Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) - Netherlands Centre for Doping Affairs
Universiteit van Utrecht (UU) - Utrecht University
Doping classes
S1. Anabolic Agents
S2. Peptide Hormones, Growth Factors
S4. Hormone And Metabolic Modulators
S6. Stimulants
Substances
Clenbuterol
Clomifene
Human chorionic gonadotrophin (hCG)
Phentermine
Tamoxifen
Various
Prevalence
Document category
Report
Document type
Pdf file
Date generated
1 April 2016
Date of last modification
12 November 2020
Category
  • Legal Source
  • Education
  • Science
  • Statistics
  • History
Country & language
  • Country
  • Language
Other filters
  • ADRV
  • Legal Terms
  • Sport/IFs
  • Other organisations
  • Laboratories
  • Analytical aspects
  • Doping classes
  • Substances
  • Medical terms
  • Various
  • Version
  • Document category
  • Document type
Publication period
Origin